UniGo maakt buurten sterker

UNIGO – samen maakt buurten sterk
Auteurs: Kris Verellen & Fien Cox.
Inleiding

UNIGO vertelt het verhaal van een haalbaarheidsstudie die evolueert naar een nieuwe methodiek. Deze tekst vertelt over de uitbreiding van de bewezen methodiek van digidak tot een nieuw buurtwerkmodel, UNIGO.

De sociale huisverstingsmaatschappij (SHM) DE ARK ging samen met digidak de uitdaging aan om de relevantie van digidak in een sociale woonwijk te verhogen. De vraag:

Welke meerwaarde kan digidak bieden in een sociale woonwijk en welke aanpassingen zijn nodig om die meerwaarde de maximaliseren?
Context

Historiek van digidak
Digidak is gericht op een zeer laagdrempelige bestrijding van de digitale kloof. Sinds 2003 organiseert Blenders, toen nog SPK, in verschillende Vlaamse gemeenten een dergelijke werking.
Bij peterorganisaties worden kleinschalige openbare computerruimtes (OCR’s) ingericht waar iedereen gratis terecht kan voor het versterken van digitale (basis)vaardigheden. Dat aanleren gebeurt via deelname aan driedaagse initiaties in kleine groep of via gebruik van de computers tijdens de vrije inloopmomenten. Telkens wordt er begeleiding voorzien. Een rol die in de meeste gevallen wordt ingevuld met gemotiveerde en goed opgeleide vrijwilligers.

Door deze kleinschalige en laagdrempelige aanpak tracht digidak haar missie waar te maken; mensen versterken en verbinden, met digitale inclusie als hulpmiddel.

Meerwaarde van digidak voor een wijk
Dankzij digidak krijgen meer mensen toegang tot ICT en het internet en dus ook tot een veelheid aan belangrijke maatschappelijke functies. Bovendien zijn er diverse interessante dimensies die een goed ingebedde werking met zich meebrengt;
Digidak-locaties kunnen uitgroeien tot ontmoetingsplekken waar mensen ook rond andere vragen of thema’s terecht kunnen, wat een bodem creëert voor meer leefbaarheid.
De bewoners kunnen er informatie krijgen. Er ontstaat daardoor een platform voor dialoog. Een veilige plaats om kennis te maken met verenigingen van buiten de wijk.
Dankzij de aanwezigheid van digidak wordt het voor een peterorganisatie (gemeente, SHM, OCMW,…) gemakkelijker om via diverse kanalen – zoals digitale – te communiceren met bewoners/cliënten.
Gemeentelijke diensten worden sterker als de burgers beter kunnen omgaan met digitale bronnen, bv. Een formulier beter invullen en gebruik maken van het e-loket.

Case Braselwijk, Dessel - Haalbaarheidsstudie Vlaio
De opdracht
In 2017 kregen we de opdracht om een haalbaarheidsstudie uit te voeren voor het VLAIO (Vlaams agentschap voor innovatie en ondernemen) om te peilen of een OCR in een sociale woonwijk kon opgezet worden en of dit dan op een andere manier moest worden georganiseerd om de mensen ernaar toe te leiden. Daarnaast moest worden getest of een digitaal inclusiemodel een meerwaarde kon bieden aan de bewoners en of deze werking de buurt kon verbinden.

Welke aanpassingen/bijstellingen van de klassieke digidak-aanpak zijn nodig om dit succesvol te implementeren?

Hoe kan de informatiestroom en de communicatie tussen de sociale huisvestingsmaatschappij en de buurtbewoners door digidak worden verbeterd?

Welke meerwaarde is er daadwerkelijk te realiseren voor de lokale partners?

Welke andere stakeholders moeten ook betrokken worden bij de werking om ze succesvol vorm te geven?

De wijk
De haalbaarheidsstudie werd uitgevoerd in de sociale woonwijk ‘Brasel’ in Dessel. Hoewel de wijk vrij dicht bij het centrum ligt, wordt zij begrensd door een bos, wat haar een geïsoleerde indruk geeft.

De wijk wordt overwegend bewoond door bewoners met een kwetsbaar profiel. Zo zijn er nogal wat OCMW-cliënten, éénoudergezinnen en mensen met een migratieachtergrond die het Nederlands niet of nauwelijks machtig zijn. Er was weinig sociale cohesie. Het concept van de wijk had niet de beoogde gemeenschappelijkheid opgeleverd, maar eerder geleid tot meer isolement.
Daarnaast waren de meeste huizen na 30 jaar flink afgeleefd, wat de wijk minder aantrekkelijk maakt.

De gemeente had in het verleden, onder impuls van het OCMW en andere externe partners al enkele waardevolle initiatieven opgezet in de woonwijk, met wisselend succes.

Het werd vrij snel duidelijk dat de traditionele methodieken om mensen naar onze OCR te krijgen (infosessies, flyers, advertenties in de lokale media) niet volstonden om tractie te krijgen in de buurt. Een meer outreachende methodiek drong zich op.
Unigo - De aanpak

Nulmeting
Voor we aan concrete activiteiten beginnen is het belangrijk om een zicht te krijgen op de wijk waarin we actief zullen zijn. Naast kwantitatieve gegevens, verzamelen we kwalitatieve inzichten. We combineren verschillende methodieken om een wijkbevraging te organiseren. Om te beginnen baseren we onze opbouw op de ABCD-methode, wat staat voor asset based community development.

We starten met huisbezoeken om een inventaris te maken van de geldende kennis, talenten en ondergesneeuwde capaciteiten in de wijk. Ook en vooral om de mensen te leren kennen en om onze eigen werking aan de buurt voor te stellen.

We combineren bovenstaande huisbezoeken met de principes “discover” en “dream” die we terugzien in appreciative inquiry. We laten mensen vertellen over hun leukste momenten in de wijk en waar ze van dromen. Een positieve houding dragen we hoog in het vaandel. We willen kijken naar een wijk vanuit opportuniteiten, niet vanuit problemen.

Vervolgens gaan we samen zitten met lokale diensten om een overzicht op te maken van de historische, de geldende en de toekomstige visie op buurtwerk in de wijk. Het helpt ons om bruggen te bouwen met de lokale adviesorganen. We gebruiken hun lokale kennis en het is een goede basis om de juiste keuzes te maken voor toekomstige activiteiten.
We willen graag weten welke initiatieven in het verleden goed hebben gewerkt en welke niet. Welke activiteiten waren te hoogdrempelig en welke werden goed ontvangen door de bewoners van de wijk?

Bouwen aan relaties
Wat UNIGO typeert is dat we vertrekken vanuit een digidakwerking, welke digitale vaardigheden vooropstelt. Ze is bij gevolg niet gekend als buurtwerk en wekt niet het idee dat ze zal bijdragen aan een positiever leefklimaat. Dit noemen we onze onbevooroordeelde positie.
Doordat wij niet schijnen bij te dragen aan een positiever klimaat, impliceren we niet dat het klimaat nu ondermaats zou zijn. Dit is een erg dankbare positie die bewust wordt ingezet.

We starten de digidakwerking op om early adopters te bereiken. Mensen die komen vanuit een interesse in digitale vaardigheden en nadien eventueel blijven als vrijwilliger. Zo vormen we een eerste band met de wijk.

Vervolgens nodigen we lokale verenigingen uit in het buurthuis om zich aan de buurtbewoners voor te stellen, zodat de laatste drempel kan worden weggewerkt en de vereniging meer leden aan zich kan binden. Het doel is hier om mensen uit de woonwijk samen te brengen met mensen van buiten de woonwijk. Door verenigingen uit te nodigen in ons lokaal, halen we potentiële drempels weg voor de wijkbewoners om toe te treden tot het sociale leven in de lokale gemeenschap.

Op maat van de wijk
Nadat de vertrouwensband werd opgebouwd, start de volgende fase met alternatieve activiteiten, door en voor de wijk. Onder impuls van vrijwilligers, digidakbezoekers of wijkbewoners worden er nieuwe initiatieven opgestart. Denk hierbij aan een handwerkclub, zumbalessen, weggeefwinkel, jongerenwerking, enz.

Tussentijdse huisbezoeken
Nadat de werking goed en wel is opgestart en de eerste activiteiten op maat van de wijk lopende zijn, wordt er terug een buurtbevraging gedaan. De nieuwe initiatieven zijn telkens een reden om bij de mensen langs te gaan. Deze aankondiging gaat gepaard met peilen naar wensen die de buurtbewoners hebben. Op deze manier verwerven we telkens weer nieuwe inzichten die relevant kunnen zijn voor de uitbreiding van de werking.

Case – Braselwijk, Dessel.

Uit de nulmeting bleek dat er bijzonder weinig wijkbewoners toetreden tot het lokale verenigingsleven. Vaak heeft dit te maken met drempels, zowel financieel als sociaal. Er is ook sprake van wederzijds onbegrip. De vooroordelen die daaruit voortvloeien zorgen ervoor dat “Brasel” en haar bewoners worden gemeden. De perceptie in de rest van de gemeente over de woonwijk is er één van desinteresse en overwegend negatief.
Tijdens de huisbezoeken wordt aandacht besteed aan de capaciteiten die buurtbewoners hebben en de “goesting” om zich als vrijwilliger te engageren of initiatief te nemen. Digidak creëert door zijn neutrale imago een dankbare positie. De early adopters zijn trouwe bezoekers geworden die intussen meerdere initiaties hebben gevolgd en regelmatig op post zijn tijdens de vrije inloop.
Kris Van Dijck, burgemeester (N-VA) in Dessel getuigt:

“Vanuit de gemeente kende de opstart van digidak een voorgeschiedenis die teruggaat tot het einde van de jaren 90 toen er toch behoorlijk veel samenlevingsproblemen waren. Vooral jongeren zorgden destijds voor overlast (rebelleren, vandalisme) waardoor de wijk heel negatief werd gepercipieerd. Toen moest er iets gebeuren en werd beslist om samen met Arktos een werking op te starten in de wijk. Er werd een film gemaakt met de jongeren en in samenwerking met de sportdienst zetten we in op sporten. Geleidelijk aan werd ook vanuit het OCMW één en ander ontplooid.

Het werd duidelijk dat de lokale diensten en overheid hier altijd in moest blijven investeren, maar dat is geleidelijk aan wat afgenomen. Voornamelijk door het ouder worden van de doelgroep en door verhuisbewegingen nam de uitdaging stelselmatig af, waardoor de teugels wat werden gevierd. Maar het bleef steeds voorop staan om in de wijk te investeren qua zinvolle tijdsbesteding.”

Op een bepaald moment zijn er een aantal zaken samengekomen: de vraag vanuit digidak om een openbare computerruimte te starten en het besluit vanuit SHM DE ARK om de woningen te renoveren en af te breken. De wijk stond voor een volledige transitie.
Het moest voorop staan dat er een samenwerkingsverband bleef bestaan voor de wijk en dat de lokale diensten betrokken partij bleven.

“Dat is de reden waarom ik vanaf de start positief stond tegenover het verhaal. Als je de rol lost in zulk een wijk, moet je veel inspanningen doen om er terug grip te krijgen. En het gegeven van de digitalisering is nu heel belangrijk geworden, dat nieuwe aspect is op dit moment het ideale bindmiddel. Ik was vanaf de start een believer vanuit de ervaring uit het verleden dat initiatieven nemen in zo’n wijk altijd een meerwaarde genereert.”

Van uitsluiting naar insluiting

Digidak krijgt de kans om aanwezig te zijn in het buurthuis, welk de naam “digidak” zal dragen. We leren de wijk op laagdrempelige en persoonlijke manier kennen. Door deze band die we opbouwen kunnen we inspelen op de noden van de wijk. Hieruit groeiden, naast de ICT initiaties, een jongerenwerking, weggeefwinkel en sportavond voort. Meer en meer mensen vinden hun weg en vergroten hun netwerk tijdens de activiteiten. Stap voor stap geraken ze uit hun sociaal isolement.

Het is door het toetreden van mensen van buiten de wijk dat er een dynamiek is ontstaan waardoor mensen over onze werking praten. Het is goed om de mensen uit de wijk zelf voorrang te geven, maart het is nog beter om ook voldoende mensen van buiten de wijk te betrekken bij de werking en het aanbod. We gaan op zoek naar een evenwichtige mix waarin iedereen zich goed voelt.

We zien in de werking dat mensen elkaar helpen, vragen durven stellen en zich kwetsbaar kunnen opstellen. Ze hebben geen drempel meer te overwinnen.
Ze hebben geleerd om de openingsuren te vinden van de lokale winkels, huisdokter en andere voorzieningen, terwijl ze vroeger dikwijls voor een gesloten deur stonden.
Ze leren ook van elkaar om (digitale) drempels te overwinnen. Denk maar aan het gebruik van online banking. Vaak helpt het dat één tevreden en overtuigde gebruiker getuigt om een hele wijk te overhalen van de voordelen, ook financieel. Daarnaast geven de gebruikers ook aan dat ze vrienden hebben gemaakt tijdens de lessen. Niet alleen worden mensen meer zelfredzaam, door samen te leren en zich samen kwetsbaar op te stellen, leren ze elkaar ook beter kennen.

We spraken met buurtbewoners in de aanvangsfase die vertelden dat de wijk ook al in de jaren ’80 een ‘no-go zone’ was.

“We mochten als kind niet gaan spelen in de wijk, zelfs voor er “vreemdelingen” woonden. We zagen het als de perfecte speelplaats en woonden vlakbij, maar dat mocht gewoon niet van de ouders. Afkeer voor de wijk is niet nieuw.”

Een mooie anekdote hierbij is die van Jef en Maria, beiden midden 60 en gepensioneerd. Het koppel kwam samen naar de lessen en gaven aan dat ze de computer, die ze al ruim 20 jaar hadden, nu eindelijk wordt gebruikt. Jef leerde er naamkaartjes mee maken en in Excel leerden ze een adressenbestand opstellen. Daarnaast leerden ze samen foto’s bewerken van hun reizen en gaf het hun de kans om samen met de kleinkinderen spelletjes te spelen op de pc. Voortaan konden ze nu ook een manier van sociale controle uitoefenen, doordat ze de kleinkinderen hun internetgebruik in het oog konden houden.

De grootste meerwaarde zat voor hen in het feit dat ze bij digidak een aantal heel fijne mensen hebben leren kennen, die in de sociale woonwijk wonen.

“We wonen nu al 50 jaar naast de wijk”, aldus Maria, “maar vrienden of kennissen hadden we er nooit. Tot nu dus!”

Lore Vleugels, sleutelfiguur opvoedingsondersteuning OCMW Dessel getuigt;

“Een goede werking in de buurt, al dan niet gekoppeld aan een buurthuis, brengt wat rust en harmonie onder de bewoners. Dit zorgt ervoor dat het OCMW minder moet bemiddelen, dat cliëntgesprekken ook meer over onze core business kunnen. Uiteraard willen we als OCMW ook evolueren naar een stigma vrije Brasel-buurt.”

Burgemeester Van Dijck vult aan:

“Zelfredzaamheid van mensen is heel belangrijk, zeker in sociale woonwijken. Dat manifesteert zich daar nog meer dan elders. Het is belangrijk dat je deze mensen steeds de hand blijft reiken.”

Sleutels naar succes
Ontmoeting
Een digidak in de buurt biedt mogelijkheid om andere mensen te ontmoeten. Het is een fysieke en neutrale ruimte waar mensen samen kunnen komen. Dit kan zowel om effectief te werken met de computer, maar het kan ook voor een babbel met elkaar. De aanwezigheid van computers en internetaansluitingen kunnen een trigger zijn om tot de locatie te komen.
Het is goed dat de buurtbewoners de vrijheid krijgen om zelf aan te geven wat ze willen leren. Wanneer ze zo’n keuze mogen maken, gaat hun interesse stijgen waardoor ze meer gebruik maken van het lokaal.
In de nulmeting werd snel duidelijk dat bepaalde groepen in de wijk weinig verdraagzaam zijn naar elkaar toe. Het neutrale karakter van de werking trekt zich ook in deze geschillen door. Door de aard van de activiteiten zijn bewoners bereid oude geschillen te laten vallen en samen een activiteit of initiatie bij te wonen. Dit zorgt er vaak voor dat er terug contact gelegd wordt, oude geschillen vergeten worden en nieuwe vriendschappen gesmeed.

Kansen creëren
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een computer en internetaansluiting te betalen. Door de aanwezigheid van dit materiaal in de buurt, krijgt iedereen de kans om dit te gebruiken. Dit kan belangrijk zijn voor mensen die op zoek zijn naar werk (bvb. maken van CV, motivatiebrief, website VDAB,….), maar ook om contact te houden met familie in het buitenland.
Het digidak lokaal biedt ook een extra vorm van communicatie. Huurders van de SHM kunnen er leren werken met de geldende platformen, waarop ze belangrijke informatie kunnen terugvinden. Zo kunnen misverstanden worden vermeden en is er geen discussie over de reglementen van de SHM. De locatie wordt intussen ook gebruikt als antennepost in de buurt. Administratief werk dat normaal op kantoor moet gebeuren, wordt vandaag in de buurt zelf in orde gebracht. Dit is drempelverlagend voor mensen aangezien ze geen afstand moeten overbruggen. Voor medewerkers van de SHM is dit ook een uitgelezen kans om de buurt ter plaatse te ontdekken.
Daarnaast hebben we diverse activiteiten georganiseerd. Uit deze activiteiten hebben we veruit de meeste gebruikers gepuurd voor latere initiaties en voor het gebruik van de vrije inloop. Hierbij is de mond aan mond-reclame van de bezoekers heel erg belangrijk geweest. Specifiek voor onze jongerenwerking (georganiseerd door Jong digidak) heeft die mondelinge overlevering heel goed gewerkt.
Na een trage start (22% bezettingsgraad voor de initiaties tussen januari 2017 en september 2017) is hierdoor de werking van onze digidak in een stroomversnelling gekomen. We gingen aan de slag met het organiseren van meer gerichte activiteiten, onder meer voor de kinderen en jongeren uit de woonwijk en door het aanleggen van een netwerk met de lokale adviesorganen, met de wijkagent, lokale verenigingen en zeker ook met de buurtbewoners. Hierdoor is het aantal unieke deelnemers op korte tijd gestegen van 28 naar 71 en gingen we naar en bezettingsgraad van 95 in december 2017. Vooral door in te zetten op de wensen van de bewoners zelf en door het actief inzetten van de bewoners bij het organiseren en ondersteunen van activiteiten, hebben we succes behaald.
Voor de jongeren in de woonwijk werd gestart met een spin-off (Jong Digidak). Elke week werd een gerichte activiteit, creatief atelier, info-sessie of workshop georganiseerd, om de kinderen op een speelse manier in contact te brengen met ICT. De kinderen hebben heel snel hun vrienden en klasgenoten uitgenodigd en zo is het ledenaantal gestaag in de hoogte gegaan. Uit cijfers van SHM DE ARK is trouwens gebleken dat de klachten in de wijk over pesterijen onderling drastisch zijn verlaagd, na de start van deze spin-off. De kinderen hebben respect voor elkaar en ondersteunen elkaar zelfs bij het aanleren van nieuwe ICT-skills. Om deze activiteiten te begeleiden, hebben we een beroep kunnen doen op 2 stagiaires van Thomas More (richting sociale wetenschappen).
Intussen zijn er enkele spin-offs in het leven geroepen en is de vraag meermaals gerezen vanuit de woonwijk om in de toekomst om in het voorjaar samen een buurtfeest te organiseren. Dit zou de start kunnen betekenen van een wijk-comité, die onafhankelijk initiatieven kan organiseren voor en door de wijk.
Zo hadden we in het verleden een creatief atelier voor dames uit de woonwijk (digidak for ladies), waarbij een buurtbewoonster andere dames uit de wijk leerde breien. Dat project is gestopt toen de buurtbewoonster is verhuisd.
Daarna is er een zumbales gestart, onder impuls van een stagiaire en vanuit de antwoorden op het buurtonderzoek op de vraag of er meer behoefte was aan beweging. We startten in het buurthuis, met een beamer en een scherm en met de stagiaire als begeleidster. Vanaf de start was dit een succes, met deelnemers van verschillende leeftijden. Na verloop van tijd verhuisden we naar een groter pand in de buurt, met de bedoeling om deze locatie ook bereikbaar te maken voor de buurtbewoners. Voorheen was dat een plaats waar de wijkbewoners zich niet welkom voelden.
Bij deze stap zijn we een aantal deelnemers verloren, mensen die zich toch niet klaar voelden om buiten de wijk een activiteit te doen. Maar met een kernteam zijn we er uiteindelijk in geslaagd om de lessenreeks af te maken.
Met die overblijvende deelnemers is een hechte burenrelatie ontstaan, die voorheen ondenkbaar was. Ze ontmoeten elkaar sindsdien elke woensdagnamiddag in een soort van koffiekrans. Vanuit deze ontmoeting zijn nieuwe micro-projectjes ontstaan, zoals het inrichten van het weggeefpunt, nieuwe lessenreeks zumba organiseren en een team opgezet rond het organiseren van buurtfeesten. Hiervoor voorziet de SHM een jaarlijks budget, voor een straatfeest. Maar de bewoners hebben in consensus beslist om dat bedrag op te splitsen in 4 kleinere evenementen, zodat ze een aantal keer per jaar met de hele wijk bij elkaar kunnen komen. Bij dit proces staan wij aan de zijlijn, klaar om te helpen en ondersteunen, waar nodig. Maar we trachten dit zo zelfstandig mogelijk te laten uitvoeren door de bewoners. Hierbij komen verschillende nieuwe dynamieken bovendrijven. Versterkt engagement, vrijwilligersrol, samenleven, budgetbeheer en eigenaarschap.

Outreachend werken
We hebben gemerkt dat het zoeken van vrijwilligers binnen de buurt een stuk intensiever verloopt dan in de digidaklocaties binnen een reguliere werking. De drempels die moeten overwonnen worden zijn een stuk groter en er moet outreachend gewerkt worden om mensen te bereiken.
De hoofdtaak van onze vrijwilligers bestaat erin om de initiaties en de vrije inloop te begeleiden. Ze helpen onze lesgeefster en leggen mee uit aan de bezoekers, hoe ze bepaalde programma’s of applicaties kunnen gebruiken. Daarnaast helpen ze tijdens de activiteiten. Ze brengen ook materiaal mee om die activiteiten te ondersteunen, zoals bijvoorbeeld kookgerei voor een kookworkshop.
Ze zijn ook komen helpen bij het verfraaien van onze locatie, zoals schilderwerken en brachten hiervoor zelfs verfrestanten mee van thuis en schildermateriaal. Ook voor het poetsen van het lokaal en helpen klaarzetten voor een activiteit, kunnen we steeds op hen rekenen.
In ruil voor hun hulp en steun, krijgen ze van ons technische begeleiding en zorgen we voor permanente vorming. Ze zijn spilfiguren geworden in onze werking. Vanuit de digidak hebben ze een veilige/neutrale houding t.a.v. de buurt. Ze leren de buurtbewoners goed kennen en worden een vertrouwenspersoon. Daarnaast zorgen ze voor de netheid in ons lokaal en zetten ze de vuilnisbakken buiten op de gepaste tijdstippen. Hierbij zorgen ze ook voor permanente sociale controle over de locatie.
Samen sterker dan alleen
Volgens burgemeester Van Dijck is de antennefunctie heel belangrijk. De samenwerking die er is tussen kinderopvang, school en thuis is heel belangrijk voor de gemeente. Het buurthuis speelt hier ook een rol bij.

“Het fungeert als doorgeefluik, als signaalgever naar de diensten. Op die manier slagen we er samen in om de diensten te overlappen en de werelden niet naast elkaar te laten bestaan.”

Hiervoor leent de digidak zich uitstekend. De mensen lopen zonder schroom binnen en buiten en er is geen enkele drempel te merken bij de gebruikers van ons lokaal. De werking evolueert geleidelijk aan meer en meer naar buurtwerk en gaat alternatieve functies invullen.

Alternatieve functies
Digidak richtte zich voornamelijk op het versterken en verbinden van mensen met ICT als bindmiddel. Hierop geeft Schepen Barbara Rommens, eerder in de tekst, de terechte feedback dat beperkingen in de toekomst kunnen optreden. Bovendien is dit een drempel voor mensen die geloven dat een computer of ICT niets voor hen is.

De verbreding van methodiek gaat gepaard met een verbreding van functies. ICT is namelijk niet de enige reden waarvoor mensen de werking kunnen bereiken. Zo komen er deelnemers voor de verschillende nieuwe activiteiten, worden nieuwe talenten ontwikkeld. Kinderen en jongeren komen langs voor huiswerkbegeleiding, al dan niet met een digitaal kantje, de tweedehandswinkel trekt mensen, informatie over DE ARK wordt opgevraagd, buurtfeesten kunnen worden georganiseerd enzovoort.

De SHM heeft de locatie al meermaals gebruikt voor info-sessies voor de buurtbewoners en heeft er ook al geregeld vergaderd. Op die manier is de informatiestroom en de communicatie tussen de dienstverlening en de eindgebruiker een stuk gestroomlijnder.

Het buurthuis wordt hierdoor een bruisende plek met een veelzijdig antwoord, waardoor iedereen met eender welke vraag het gevoel heeft in de werking terecht te kunnen. Ze ontmoeten elkaar daar dan opnieuw rond nieuwe thema’s.

Ruimte voor persoonlijk contact
De UNIGO-methodiek, belichaamd door digidak zet hard in op verbinden van mensen met elkaar, organisaties en de ruimere gemeente. Dit neemt echter niet weg dat er ruimte is voor persoonlijk contact en persoonlijke begeleiding.
De doelstelling van een vrije inloop is ook om de mogelijkheid te voorzien om binnen te lopen en een tasje koffie te komen drinken. Dit is soms een uitgelezen moment om een persoonlijk probleem aan te kaarten. Onze lesgevers en vrijwilligers krijgen een opleiding om bij dit soort situaties te oordelen of zij zelf ondersteuning kunnen bieden vanuit digidak of dat wij de mensen na instemming kunnen doorverwijzen. Vaak is een luisterend oor voldoende.
Impact
Kostenbesparend
Voor het bestaan van de digidak in de woonwijk, bleef de communicatie met DE ARK beperkt tot persoonlijke gesprekken met de maatschappelijk werker. Die communicatie was meestal in een minder positieve sfeer, omdat het vaak ging over de staat van een pand, voortuin of netheid van een gebouw.
Met de komst van de digidak is deze communicatie verbeterd. De bezoekers worden er geïnformeerd over de stand van zaken in hun verbouwingsdossier tijdens de vrije inloop. Verder praten de bezoekers van de digidak regelmatig over hun relatie met DE ARK tijdens de initiaties of tijdens de vrije inloop. Deze informatie wordt door de begeleiders gebundeld en juist overgemaakt aan de partners. Er wordt een communicatielijn gecreëerd die zowel top down als bottom up te werk gaat. Zo heeft de wijk aangegeven te weinig geïnformeerd te zijn. Dit resulteerde in infosessies die werden georganiseerd, niet langer op kantoor bij DE ARK, maar in het wijkpunt van digidak. Bewoners krijgen hierdoor het gevoel effectief gehoord te worden.
De bezoekers weten dat ook en gebruiken deze doorgeeffunctie van communicatie gretig. In één van onze initiaties (werken met Word) leren wij de mensen ook brieven opmaken. Als voorbeeld leren we hen een klachtenbrief schrijven. Wij belichten in deze les niet alleen de vorm te hanteren maar leren hen ook na te denken “hoe omgaan met klachten”. Op deze manier leren we hen ook omgaan met bepaalde ongenoegens die ze hebben (richting DE ARK of lokale diensten) en hoe ze hieraan kunnen meewerken om snel tot een akkoord te komen. Dit is een onrechtstreekse manier om tijd en geld te besparen. De bezoekers ervaren zelf hoe een gerichte en juist gekanaliseerde communicatie de snelheid van interventie bespoedigt.
We sporen de bezoekers ook aan om zoveel mogelijk digitaal met DE ARK te communiceren en helpen hen verder met het invullen van de digitale formulieren.
Verder informeren we de bezoekers in onze digidak over de stand van zaken in hun dossier en komt de wijkverantwoordelijke van DE ARK regelmatig langs in ons lokaal tijdens activiteiten.
Op deze manier zorgen we ervoor dat buurtbewoners bij ons antwoorden op vragen zelf kunnen vinden en formuleren en hiervoor niet naar DE ARK moeten, wat voor DE ARK ontlastend werkt en tijd biedt om andere zaken aan te pakken en efficiënt te kunnen werken.
Weten wat leeft
Jo Kuypers, vrijetijdsconsulent van de gemeente Dessel getuigt:
“Het buurthuis geeft allerlei kansen om in de wijk preventief te werken rond allerlei zaken als gezondheid, budgetbeheer, sociale cohesie enz. Voor de gemeente is het tevens een manier om de vinger aan de pols te houden met wat er leeft in de wijk zelf. Het is sterk dat men erg op maat werkt en zo tracht het doelpubliek in grote mate mee te krijgen. Mensen worden betrokken en talenten worden ingezet. Op die manier wordt het huis en wat er gebeurt ook meer eigendom van de mensen zelf.”
Politieke belangstelling
Volgens Anita Vandendungen, schepen senioren van Dessel is het project een mooie samenwerking dat tevens zorgt voor sociale controle.

“Het is een laagdrempelige organisatie die teert op een gezonde mix. Toch moeten we er op toezien dat het geen eilandje apart wordt. In onze gemeente is er een groot aanbod op gebied van sport en gezondheid, cultuur en vrije tijd, kinderopvang enz. zodat deze doelgroep ook geïntegreerd wordt. We kunnen bv. ook zelf acties organiseren die de gemeente ten goede komt zoals zwerfvuilactie, klein tuinonderhoud,…'

Haar collega schepen Barbara Rommens vult aan:

“Het project geeft de nodige aandacht aan de mensen uit de wijk. Ze maken op een laagdrempelige manier kennis met de moderne digitale middelen, komen buiten, ontmoeten elkaar. Dit zijn allemaal positieve elementen in het welzijn van de bewoners. De grote vraag blijft wel hoe lang het nodig is om de bewoners via digidak te blijven ondersteunen of dat ze op een bepaald moment zelfstandig aan de slag kunnen gaan en ook buiten de wijk kunnen ‘opereren’. De insteek om vanuit het digitale oogpunt de onderwerpen te benaderen, is origineel, maar zorgt misschien na verloop van tijd ook wel voor beperkingen? Samengevat: het is een lovenswaardig project, maar het toekomstperspectief moet goed in het oog gehouden worden.’

Burgemeester Van Dijck besluit.
“Het buurthuis is een antennepunt, door het feit dat jullie de computerlessen aanbieden, leren jullie de mensen ook skills aan, vaardigheden die hun zelfredzaamheid verhoogt. Dat is heel belangrijk. Voor velen onder hen gaat er op die manier ook een wereld open.”

Dromen mag
Door de vrije vorm die de werking aanneemt en de methodiek die gehanteerd wordt, ontstaat de mogelijkheid voor buurtbewoners, maar ook professionele actoren om te dromen over de werking in de toekomst. Deze vraag wordt bovendien regelmatig gesteld. Zo blijven we de werking telkens heruitvinden tot een plek die aansluit bij zowel de noden als de verwachtingen.

Lore Vleugels, consulente bij het OCMW van Dessel vertelt:

“Een buurthuis dat niet enkel overdag toegankelijk is, maar ook op één of meerdere avonden om werkende mensen te betrekken. Een samenwerking met allerhande partners lijkt me ook wel interessant, bv. ook sportclubs, vrijetijdsverenigingen.”

Jo Kuypers wil nog meer inzetten om vanuit het buurthuis linken te leggen naar andere locaties en verenigingen van Dessel om activiteiten te doen. Op deze manier kunnen nieuwe vriendschappen ontstaan en nog meer samenwerkingsverbanden groeien.

“Hopelijk kan het buurthuis zijn activiteiten nog verder uitbreiden en komt er nog meer volk uit de wijk (en van daarbuiten) over de vloer. Het zou fijn zijn mochten er enkele vrijwilligers gevonden worden die het buurthuis willen openhouden, activiteiten begeleiden enz… Op die manier zou het nog veel meer gedragen kunnen worden door “de doelgroep” zelf.”

Anita Vandenungen hoopt dat er enkele vrijwilligers uit dit project komen die kunnen ingezet worden in onze gemeente op allerlei gebieden zoals speelpleinwerking, Scholeke Brasel, OCMW, …
Op deze manier is het voor de buurtbewoners ook laagdrempeliger om aan te sluiten bij de aangeboden activiteiten.

Barbara Rommens wil dat het buurthuis de mensen blijft stimuleren. Dat we als partners elkaar op de hoogte houden van het reilen en het zeilen van elkaars werking. Blijvend vernieuwen en niet naar achter leunen. Op zoek gaan naar nieuwe interessante partners is altijd een pluspunt.

Burgemeester Van Dijck kijkt uit naar de realisatie van de nieuwbouw die SHM DE ARK aan het realiseren is, dat geeft toch ook weer een nieuwe dynamiek. Dat is voor bedrijven, verenigingen altijd een stimulans om nieuwe dingen te doen en een mooie invulling. Als het nieuwe buurthuis er komt, wordt het een derde plek voor de gemeente.

Erkenning door de wijk
In een tussentijdse bevraging leerden we dat wijkbewoners het unaniem eens zijn over de meerwaarde die digidak te bieden heeft, dankzij haar UNIGO-methode. Voornamelijk de nuttige tijdsinvulling voor de jongeren wordt goed onthaald, zelfs door bewoners die geen deelnemers zijn van de werking. Uiteraard is niet iedereen in een sociale woonwijk digitaal uitgesloten en zijn er tal van gezinnen die zelf een sociaal netwerk hebben, maar ook van hen krijgen we positieve feedback.

Daarnaast erkennen ze dat deelnemen aan activiteiten voor nieuwe buurtbewoners een ideale stap naar integratie kan zijn. We krijgen een waardige plaats toegekend en er wordt zelfs aangegeven dat digidak zou gemist worden, moest het verdwijnen.

Op grote schaal
De positieve impact op wijkniveau is duidelijk merkbaar. Mensen engageren zich en voelen zich verbonden met het wijkpunt. We zien dit doordat ze het mee op orde houden wanneer er niemand aanwezig is. Het gras wordt afgereden, vuilnis buiten gezet, er wordt gepoetst en de brievenbus geleegd. Deze initiatieven groeiden spontaan uit de omwonenden, zelfs al kwamen ze niet allemaal frequent langs. Om de positieve effecten op gemeenteniveau te kunnen meten is het nog te vroeg. Dat bevestigt ook Lore Vleugels.

Anita Vandendungen ziet voornamelijk meer sociale controle.
Vooral bij de kinderen hebben we een verhoogde onderlinge verdraagzaamheid genoteerd, zowel in de werking als op school. Dat jongeren een onderling probleem bespreekbaar kunnen maken en begeleid kunnen oplossen in de jongerenwerking werpt zijn vruchten af.
DE ARK geeft aan minder meldingen te krijgen van burenruzies. Voor hen is ontegensprekelijk aangetoond dat de sociale cohesie in de woonwijk is verhoogd en dat ze deze werking voortaan verder willen inbedden, idealiter in een buurthuis, waar ook nog andere functies aan kunnen gegeven worden.

Barbara Rommens weet niet of het verschil voor de modale Desselaar al duidelijk is. Het feit dat verenigingen uit Dessel wel al inschrijven op de computerlessen, toont aan dat het ‘taboe’ rond de wijk aan het verdwijnen is. Ook jongeren die toestemming krijgen om in de wijk deel te nemen aan de activiteiten bevestigen het vervagen van het taboe.

Burgemeester Van Dijck zegt dat het effect moeilijk te meten is in zijn algemeenheid, maar dat het haast niet anders kan.

“Er komen heel weinig klachten tot bij mij en dat was vroeger anders. Dat heeft verschillende oorzaken wellicht, maar het is duidelijk dat ook de werking van het buurtpunt zijn effect heeft. We kunnen nu ook op een doeltreffende manier communiceren met de buurt voor gemeentelijke diensten en initiatieven.”

Ook onze verantwoordelijke in de wijk merkt dat de werking verruimt. Katrien Michiels vertelt:
“Een nieuwe organisatie, de schakel Retie vzw, heeft zich aangemeld. Dit is een organisatie die zich in de buurtgemeente inzet tegen armoede, maar die nog maar van start is gegaan sinds december. Door met zulke, kleinere, lokale organisaties ook samen te werken, kunnen er in de toekomst ook andere activiteiten plaats vinden, o.a. workshops rond budgetvriendelijke en gezonde maaltijden, leuke bingo-namiddag, eventueel een praatpunt organiseren voor anderstaligen, waar ze op een laagdrempelige manier Nederlands leren praten en begrijpen.”
Besluit
Dankzij de haalbaarheidsstudie voor Vlaio sloegen DE ARK en digidak de handen in elkaar. Hiermee werd de kans voor digidak gecreëerd om zichzelf te bewijzen vanuit een kritische houding naar de eigen werking en om zichzelf in een andere context opnieuw uit te vinden.

Zo ontstond UNIGO. Een nieuwe methodiek van buurtwerk werd geboren in Dessel. Vanuit een eerste laagdrempelige kennismaking met de wijk wordt er een werking opgestart waarbij de persoonlijke talenten, geborgen in de wijk worden aangesproken. Mensen voelen zich gesterkt en vooral welkom in de werking. Verschillende functies worden gecombineerd, waardoor geen drempel te hoog mag zijn om langs te komen. Uiteraard zijn er die altijd, maar door vinger aan de pols te houden en regelmatig buiten de eigen werking te treden worden deze blootgelegd en aangepakt.

In een eerste fase staat de buurt centraal en werken we aan verbinding. Vervolgens leggen we contacten waarmee we mensen van buiten de wijk naar binnen krijgen om vervolgens de omgekeerde beweging te maken. De nieuwe contacten zorgen ervoor dat geïsoleerde personen de weg naar buiten vinden.

Dat het bezoekersaantal nog steeds een stijgende lijn kent en de politieke interesse almaar stijgt, zijn voor ons de beste bewijzen dat de werking positief wordt onthaald. De grootste kracht van de werking vinden we zelf terug in de vrijheid die het buurthuis heeft om natuurlijk te groeien in de richting die de buurt aangeeft. Deze vrijheid kan alleen bestaan door goed en efficiënt contact met SHM DE ARK en de gemeente. Het is door samen te werken dat kansen worden gecreëerd, want samen maakt buurten sterk.

We sluiten af met een welgemeende

Bedankt.